Accueil







CorpsMouvementDouleurPassions

L'Artiste
L'Atelier
Le Matériau
Sculptures
Expositions
Publications
Le Livre d'or
Films et documentaires
Vormgeving in hout

 

Mater dolorosa et l'Artiste
Déposition de croix
Tijdens mijn studie medicijnen moest ik de anatomie van de mens bestuderen en dit heb ik met passie gedaan. Urenlang bracht ik door met het tekenen van benaderingsplannen van wat men gewoonlijk het lichaam noemt. Later, in mijn functie als internist op de afdeling chirurgie, heb ik me nog radicaler met mijn handen en ogen gestort tot op de bodem van het «operatiegebied».

Een flink aantal jaren later heeft de psychoanalyse me ertoe gebracht om het lichaam in een ander licht, met een andere « velddiepte » te zien en mijn huidige praktijk als psychiater-psychoanalyst heeft me nader gebracht tot een mogelijke en rijke confusie van kwalen en woorden: sporen die ongelukken uit een verleden achter zich hebben kunnen laten, smelten vaak samen met wat zou kunnen worden verwacht, gelezen, als littekens of merktekens, brieven die het lichaam een vorm geven die zich verwijdert van de klassieke vorm zoals beschreven in de anatomiehandleidingen: het « lijdende lichaam » verschijnt als een blok, het fysieke materiaal draagt de tekens waarvan men met het blote oog de wortels niet kan waarnemen. Veel takken die het begrip hadden kunnen ondersteunen zijn afgekapt, en wel zo drastisch dat er voor de ogen meestal niets meer over is dan een solide stam. Die van de pijn, de kwaal, van het te vroeg, het te laat.

Deze ervaring, in combinatie met mijn tekenpraktijk die me al lange tijd niet had losgelaten, heeft met ertoe gebracht om de serie van mijn eerste exposities de titel « Trans-anatomie » te geven. Deze titel met in het midden een koppelteken verwijst naar mijn overgang van geneeskunde naar een surrealisme. Iets in dit streepje hield me echter nog in contact met de geneeskunde.

Na verloop van tijd vond ik de tweedimensionale ruimte van de tekening ontoereikend. Zocht ik in het beeldhouwen een remedie in de ruimte? Precies dit noemde ik mijn « pharmakon ». Het hout dat ik vaak in mijn buurt had, want ik bracht veel tijd door op het platteland, leek me, zoals Henri Moore zei, zeer nabij de spieren of de botten te staan. In zijn vezels, zijn aderen ontdekte ik al snel de fundering van een lichaam dat ik in de psychoanalytische praktijk meer op afstand moest houden. En toch… was het niet in hogere mate aanwezig ?

In die zin heb ik de tweede serie van mijn exposities « Affaire de tact » genoemd. Een benaderingswijze van de band tussen aanraakbaar en onaanraakbaar, de samensmelting tussen wat wordt beoogd en dat wat nooit wordt bereikt, het verbindende element tussen voltooid en onvoltooid, de interface tussen binnen en buiten, boven en onder, leven en dood, het uitwisbare en het onvernietigbare.

Het is voor alles een zaak van geduld. In tegenstelling tot de ideeën die we erover kunnen hebben, kost de artistieke praktijk geen tijd, maar levert juist tijd op. Het idee is zeker een «déjà-là», maar er moet nog «inspiratie» worden gevonden, de instantie of het moment om alle formaties en deformaties van de wens « de vrije loop te laten » wanneer deze zich mengen met dat wat het woord plezier niet helemaal kan dekken…

Baudelaire:

« La jouissance ajoute au désir de la force.
Désir, vieil arbre à qui le plaisir sert d’engrais,
Cependant que grossit et durcit ton écorce,
Tes branches veulent voir le soleil de plus près! »

Graven, altijd maar graven in de woorden die elk gebaar vergezellen. Je storten in rijgsnoeren van zinnen die je niet verwacht. Tot het uiterste gedreven worden terwijl je de kromme vijl doorduwt tot aan de grens van de lijnen van wat nog resteert van de levenskracht. Hiermee moet uiteindelijk de gedachtestroom wegvloeien die je nooit aan iemand persoonlijk uit. Wat zich als natuurlijke diepte oplegt in de vorm van hout dat is gefixeerd in het gevestigde, moet geboorte geven aan dat wat tot op dat moment nog geheim was: geheim van een esthetische « essentie ».

Freud zei dat de psychotherapeut dichtbij de beeldhouwer staat. Zowel de een als de ander zou werken aan « het meesterwerk ». Ze hoefden, zoals Michelangelo onderstreepte, slechts een « surplus » uit het blok te verwijderen om hieruit, met de benodigde tijd en vaardigheid, de vorm te destilleren die het bevat.

Meestal geef ik er de voorkeur aan om, zonder eerst een schets te maken, mijn handen over de massa te laten gaan en me niet te veel door de lijnen, vormen, barsten of verdikkingen te laten beïnvloeden. Hierdoor ontstaat er een intieme ontmoeting met het geheel binnen de materie en met de weerstand. De metafoor van de strijd zou kunnen helpen om deze ervaring van lichaam tot lichaam te beschrijven, echter op voorwaarde dat duidelijk is dat we hier nooit kunnen praten over een winnaar of verliezer. Het gaat om een « samenwerking met ». De een, de handwerker, de acteur legt nooit helemaal zijn wil op aan de ander, in dit geval de vezelstructuur, die ook zijn voorwaarden opwerpt. Als deze niet worden gerespecteerd, dan zorgen ze vroeg of laat voor problemen, soms een deceptie, soms een schrijnende pijn.
Na langdurige zich herhalende werkzaamheden zal het werkstuk hopelijk niets minder zijn dan een gelukkig huwelijk tussen de materie en degene die zijn hand ertoe heeft geleend of zich met passie eraan heeft gewijd, en zal het zich laten geleiden door de impulsen van het onbekende, de Andere die erin huist. De materie, waarvan de aderen zich met moeite lijken te kronkelen tussen de knoesten van de scheuten die zich opvolgen in de tijd en onbestendigheden, wordt dus geschikt voor wat zich geleidelijk voordoet als de waarheid van een wereld, die van de moedertaal die ons heeft gewiegd, die fluistert in ons innerlijk, die van onze fantasieën, van onze dromen, die wordt gesproken door de bewoners van onze geheime tuinen. Er is kunst voor nodig om deze waarheid over te dragen, omdat er nooit meer te begrijpen is van alles waaruit het bestaat dan het « indirecte », dat wil zeggen in stilte. Er moet een publiek worden gevonden om het te vertalen, want vaak komt het voor de auteur over alsof het vreemd is.

Het is niet eenvoudig om de waarheid te zeggen, dat weten we allemaal; alleen de stilte is niet verraderlijk, zei Georges Bataille. We kunnen nooit proberen om haar met meer dan een half woord te benaderen; de andere helft wordt alleen gegeven door een ander. In dit geval het hout, als de partner waaraan de hand wordt gelegd. Het hout wordt het vaakst gevonden aan de rand van de weg, afgekeerd van een zekere bestemming. Voor mij zit er in deze ontmoeting altijd een « uitnodiging voor een reis ».

Gaat het erom leven terug te geven aan deze stam, dit stuk hout? Of zal het avontuur dat zich aankondigt in het volgen van de meanders die van de schors naar het hart, naar de kern lopen voorspellen « dat het werkelijke leven altijd elders is », zoals Rimbaud zei ?

Steeds verder laat je de holbeitel doordringen en in de richting van de nerf laten je je bevrijde gedachten stromen in het innerlijke van de plantaardige materie … Nog verder laat je de vijl doorgaan, over de nerf, de korrel, de curve… Soms tot aan de rand van wat een afgrond lijkt laat je je leiden door een impuls, totdat je plotseling merkt dat iets verder alles verloren is… Tussen voltooid en onvoltooid, omdat er geen tijd meer is, geen tijd meer, in elk geval niet voor wat je wilde. Er zou geen tijd meer zijn voor de tijd. Zeker zelfs niet ervoor noch erna.

Het stilzetten! Het stilzetten van het beeld, zal slechts een nieuw begin op een later tijdstip tot gevolg hebben waarvan je al iets verwacht. Een pauze legt zich op, omdat een vondst onderaan een inkeping je uiteindelijk laat begrijpen waarom je niet moet volharden. Waarom zou je echter verder willen naderen, waarom wil je een detailtekening als je je niet wil verliezen in het polijsten? Gestimuleerd door de wind van woorden zal het onderwerp, de auteur, de acteur alles verpulveren wat ongepast is. Misschien kun je daarom op een dag het punt bereiken waarvoor de ondertekenaar zich gedwongen voelt een hoge prijs te betalen. Het punt dat uiteindelijk het leven reduceert tot een pure functie, of van wat sommigen de impuls van de ambachtsman noemen.

Het hout staat dichtbij het leven. Op de werkbank is het soms alsof het nog beweegt. Wanneer je erin opgaat, doet de geur denken aan die van de geheime plaatsen die je innerlijk leven zeer dicht benaderen. Het is alsof je je er altijd al in hebt verscholen. Het hout doet echter niet veel concessies. Al zeer snel legt het je zijn krachtlijnen op, zijn « levenslijnen » aldus de schrijver Claude Louis Combet. Het verplicht je om je ermee te vermengen, maar ook om op te gaan in het verleden dat het zeer snel onthult onder je ogen, in de holte van je oor. Daarom kun je soms denken dat het eenvoudiger is om je eigen verleden erin te versmelten. Veel mensen zeggen me « u volgt slechts de lijnen van het hout ». Zeker heb je met hout weinig moeite om de vezels, de aderen, de gewrichten te volgen. De stam lijk al snel op de opengewerkte tekening, die zich al eeuwen voordoet aan de artiest en de anatoom. Zowel de een als de ander hebben de perfectie van het lichaam geprezen daar waar deze overeenstemt met de natuur en ook daar waar de mateloosheid zich voordoet.

Wanneer ik ‘s ochtends de deur van mijn atelier open, doe ik dit altijd met enige onrust. Zal ik vandaag in goede vorm zijn? De vormen wachten op me, maar ze moeten nog getemd worden, steeds meer, om beter te benaderen wat me zovele nachten vervult. Ik moet ze me laten helpen om te vertalen wat ze gisteren als sporen hebben achtergelaten. Dezelfde als de dromer die me laat slapen, me in mijn slaap heeft laten volgen om een weg uit te tekenen die ik slechts met hem hoef te volgen.

In mijn atelier vormt zich beetje bij beetje een wereld die slechts dimensie heeft om zich erin te verliezen. Ik hoef me alleen maar zachtjes te laten glijden in het weinige dat ik er tegenkom, omdat ik het precies tot op dat moment nooit heb waargenomen.

Accepteer samen met mij om slechts het portaal van een labyrint te passeren, zodat we samen de luttele woorden leren die we gelukkig nog missen.

Christian Oddoux